Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [46]Ik heb van ouds gezwegen, [47]Ik heb Mij stil gehouden [en] Mij ingehouden; Ik zal uitschreeuwen, als een, die baart, Ik zal ze verwoesten, en te zamen opslokken. 46. Dit zijn de woorden Gods. Alsof Hij zeide: Dit is wel vanouds mijne wijze en manier van doen geweest, dat Ik mijne en de vijanden mijner kerk een tijdlang heb laten begaan. 47. Of, zou Ik [langer] stilzwijgen? Zou ik mij [nog] inhouden?